Iedere kookboekliefhebber kent dit “probleem”, een hele boekenkast vol met (prachtige) kookboeken waar je nooit wat uitmaakt! Liefhebbers vinden dat natuurlijk helemaal niet erg, maar huisgenoten hebben daar vaak wat meer moeite mee, op de 1 of andere manier snappen ze niet dat het heerlijk is om in kookboeken te lezen. Het kopen van een kookboek moet dus een wel overwogen besluit zijn, elke keer weer even de boekenwinkel in, even kijken, toch maar weer weglopen, nog een keer kijken, zal ik wel, zal ik niet. Er zijn 2 criteria waar een kookboek aan moet voldoen wil ik het kopen: 1. Er moeten zo op het eerste zicht minimaal 10 recepten in staan die ik wil maken en 2. Het boek moet niet ongebruikt in de kast blijven staan (dat weet je natuurlijk niet vantevoren, maar dat geeft niet).
In het boek “de Paleo chef” van Pete Evans heb ik zeker 30 post-its zitten, aan eis 1 is dus al voldaan. En ik haal het ook nog best regelmatig uit de kast ook. Ik heb er al veel uitgemaakt, slaschuitjes met kalkoen (werd bij ons kip) en shiitake, romescosaus met karbonades en ook de chocoladebrownies (van zelfgemaakte chocolade) gaan er goed in, zelfs jongste zoon likt zijn vingers erbij af. Inmiddels staat het al wat langer in de kast en wordt het niet meer automatisch uit de kast getrokken, maar staan blijft hij zeker niet. Er staan nog een flink aantal recepten op het menu. Dit is een heel fijn kookboek, niet alleen de chef op de voorkant ziet er smakelijk uit, ook de recepten zijn dat. De gerechten zijn allemaal volgens het paleo-dieet, misschien niet voor allemaal bekend dus hier een korte uitleg: Het paleo-dieet of oerdieet gaat ervan uit dat het voedsel dat het beste voor ons is zoveel mogelijk lijkt op het eten van de oerbewoner: groente, fruit, vlees, vis, eieren en wat noten en zaden; geen zuivel, granen en suiker dus.
Het staat bomvol heerlijke en ook makkelijke recepten (maar ook ingewikkelde en met aparte ingrediënten) die eigenlijk iedereen kan maken of je nu wel streng paleo eet of niet. Zelf vind ik het fijn af en toe alleen maar groente en vlees op tafel te zetten, maar deze recepten zijn prima te combineren met pasta, rijst of aardappelen. Mocht je echter een keer bloemkoolrijst willen uit proberen, in dit boek (en onder aan dit artikel) staat het recept, makkelijk, lekker en weer extra groente naar binnen gewerkt! Voor vegetariërs is dit boek minder geschikt want veel van de recepten die er in staan zijn met vlees (of vis).
Bloemkoolrijst (voor 4 personen)
Na lang nadenken over welk recept ik hierbij zou geven ben ik toch op de bloemkoolrijst uitgekomen, omdat ikzelf namelijk niet een echte bloemkoolfan ben (sorry) en dit recept voor mij een uitvinding is. Er zit namelijk regelmatig een bloemkool in onze groentetas en dit recept is zo eenvoudig, snel klaar en lekker. Je kunt het gewoon ter vervanging van rijst eten, bijvoorbeeld als je curry of een stoofschotel eet.
1 bloemkool
2 el kokosolie
verse koriander of andere kruiden, gehakt, als garnering
Doe de bloemkool in een keukenmachine en vermaal tot piepkleine, rijstkorrelachtige stukjes. Verhit de kokosolie in een koekenpan op matig vuur. Doe de bloemkool erbij en bak 3-4 minuten tot de groente zacht is. Breng op smaak met zeezout en zwarte peper uit de molen. Garneer ‘de rijst’ met koriander en zet op tafel.


